In een circulaire economie behouden grondstoffen, onderdelen en producten hun waarde. Het circulaire model gaat ervanuit dat de producten van nu, de grondstoffen zijn voor later: na gebruik kunnen de materialen waaruit een product bestaat opnieuw worden gebruikt. Afval bestaat hierdoor niet (of nauwelijks).
Circulariteit gaat veel verder dan alleen hergebruik van afval. Zeker zo belangrijk is het anders ontwerpen van producten zodat ze gemakkelijk zijn te hergebruiken of op te waarderen. Circulariteit gaat dus over het hele systeem van materiaal- en energiegebruik en verdienmodellen. Deze verbondenheid maakt het niet eenvoudig om te innoveren.
Gericht onderwijs in combinatie met een benchmarksysteem rondom circulariteit voor het kunstonderwijs kan structuur geven aan studenten en docenten en kan werken als aanmoediging om te circulair te innoveren. Wanneer deze benadering een plaats krijgt in het curriculum in het hoger kunstonderwijs hebben studenten een meer toekomstbestendig en wendbare manier van denken en werken meegekregen.